Helaas is de allerleukste apocrief. Hij gaat zo: Tijdens een EU-conferentie ontmoet Ruud Lubbers de toenmalige Britse premier John Major. Major vraagt, om de stilte te doorbreken: ‘Mr. Lubbers, what do you do for a hobby?’ Waarop Lubbers antwoordt: ‘I fok horses.’ Major: ‘Pardon?’ ‘Yes,’ zegt Lubbers, ‘Paarden.’
Nederlanders staan/stonden in de wereld bekend om hun talenkennis, maar dat sloeg op het feit dat Nederlanders vroeger Frans, Duits en Engels kregen op school; dat dat niet tot echte communicatievaardigheden leidde, werd elke vakantie weer pijnlijk duidelijk. Maar men deed zijn best en die andere eigenschap waarom Nederlanders (vooral zakenlui) in het buitenland bekend staan, brutaliteit, maakte dat je met je vijf woorden Engels (fuck off, you bloody asshole), drie woorden Frans (ta gueule, hein) en één woord Duits (Scheisse) nog een heel eind kwam.
Een paar van buiten geleerde zinnen vormen samen nog geen talenkennis, not by a long shot, en de neiging om Nederlandse zinnen letterlijk woord voor woord in de andere taal om te zetten, leidt vooral tot lachen, gieren, brullen bij de andere kant. Eigenlijk een nog veel mooier voorbeeld is dat van de toenmalige minister van Milieuzaken, Irene Vorrink, die zich op een conferentie in Parijs voorstelde als ‘le ministre du milieu’, dat wil zeggen: de bewindspersoon van de georganiseerde misdaad.
Europees correspondent Bert Lanting schrijft er vanmorgen over in de Volkskrant. Een tolk Engels-Litouws hoort in zijn koptelefoon een Nederlandse parlementariër spreken over ‘gas from our bottom’. Hij bedoelt aardgas, ‘natural gas’ in het Engels, maar zou de Litouwer (of Maltees, of Cyprioot) begrijpen dat hij dus niet ‘scheet’ bedoelt?
Nederlanders denken te gauw dat ze uitstekend Engels spreken, terwijl dat nu juist de taal met de grootste valkuilen is: ze heeft nauwelijks een grammatica maar is, als compensatie daarvan, enorm idiomatisch. Misschien komt dat ook omdat leraren Engels een ouderwets soort Oxford-Engels spreken, terwijl bijna niemand in de wereld dat nog doet. Nog meer verwarring ontstaat doordat Nederlanders denken dat ze in Amerika Engels spreken: fout, ze spreken daar Amerikaans, zoals ze in Zuid-Afrika Afrikaans spreken. Je lacht je soms ook dood met Nederlandse advertenties in het Engels. Nevenstaande advertentie haalde ik uit de Volkskrant van gisteren. Ik vraag me af of dit allemaal correct Engels is. En wat staat er dan, trouwens?
In ieder geval luister ik jaloers naar Chinezen, Irakezen en natuurlijk vooral Pakistani en Indiërs die weliswaar vaak met een zwaar accent bijna onverstaanbaar zijn, maar een idiomatisch correct Engels ten beste geven.
Maar er is hoop. De twee jongelui hier in huis, die nooit verbijsterend goede cijfers voor Engels kregen, spreken die taal heel goed, heel natuurlijk en met een zwaar Amerikaans accent. Dankzij MTV en dankzij computergames. Misschien iets voor Brussel? Niet altijd natuurlijk, dat gamen, maar to hay and to grass, om te beginnen?