De jeugd mag dan niet meer willen lezen, er is een lichtpunt: de jeugd wil ook niet winnen. Uit onderzoek is gebleken dat zelfs begenadigde sporttalenten vooral de sportbeoefening belangrijk vinden, winnen komt pas op een veel lagere plaats. Geweldig.
Want winnen kan er maar één; en er zijn veel meer sportbeoefenaars. Als alle sportbeoefenaars als eerste en misschien wel enige doel hebben: winnen, dan hoef je niet eens te kunnen rekenen om te beseffen dat er heel wat mensen permanent teleurgesteld van een koude kermis thuis komen, iedere keer weer. En winnen is vaak schijn: wie de 100 meter wint, zou moeten beseffen dat degene die eigenlijk had moeten winnen pas negen jaar is, verhinderd was, of in Nederland woont.
Hier in huis hebben we er een die rond zijn tiende jaar een tijdje aan basketbal heeft gedaan. Hij rende fanatiek mee heen en weer over de vloer, scoorde ook geregeld, en vroeg achteraf terloops wie er gewonnen had en met hoeveel: dat had hij allemaal niet bijgehouden.
De andere zoon deed aan judo en toen hij clubkampioen werd, haakte hij af: dat was nou ook weer niet de bedoeling.
Wie trouwens wèl willen winnen, dat zijn vaders en moeders van al of niet vermeende toptalenten. Die zitten op de tribune of staan langs de lijn zich de longen uit het lijf te schreeuwen en het kroost verrot te schelden om ze maar aan het winnen te krijgen. En ik verdenk menigeen ervan stil te hopen dat het jong daar heel veel geld mee gaat verdienen, waarmee pa een jeep kan kopen en zijn armen kan laten tatoeëren. Kindermisbruik in zijn meest geniepige vorm.
Voetballers lijken me meestal niet zo fanatiek. Wel de bolknakken van het bestuur en ook de trainers. Voorzover ik heb begrepen omvat elke ‘divisie’ achttien clubs. Daarvan kan er maar één kampioen worden. Maar dat verhindert bestuur en trainer niet, er voortdurend op te hameren dat hun club uiteraard de enige is die er recht op heeft, kampioen te worden. Wie daar dwars gaat liggen speelt vals.
Gelukkig blijken zij uitzonderingen: Nederlandse topsporters willen lekker sporten, winnen is niet zo nodig.
Ze laten graag het fascistoïde gekrijs om nationale trots en grandeur, gebaseerd op de toevallige overwinning van één sporter of één club graag over aan foute landen en foute clubbesturen. Goed zo meisjes en jongens, hup Holland hup.