1. Gisteravond was er maar één echt tevreden in dit land, en dat was ik. Ik heb, voor het eerst van mijn leven, mijn stemkaart niet ingeleverd bij het stembureau. Zo heb ik de keuze tussen twee kwaden kunnen vermijden; want als ik 'voor' had gestemd, dan had Balkenende daar kracht uit geput voor nog veel linkere smoesjes; als ik 'tegen' had gestemd, dan had ik gestaan aan de kant van Geert Wilders en daar wil je nog niet dronken naast worden gevonden; en aan die van de SP, die, ik herhaal het nog maar eens, de dictatuur van boeren, arbeiders en soldaten wil vestigen.
2. Normaal wordt het bedenken van onderhoudende tv-programma's overgelaten aan John de Mol en Patty Brard, maar gisteravond kon je er op tv zelf bij zijn: hee, de mensen vinden een referendum kennelijk leuk, dat moeten we veel vaker gaan doen! Een nieuw format! En wie neemt daartoe het initiatief? De vrouw aan wie ik de laatste jaren blindelings mijn stem toekende, Femke Halsema! Gisteravond was het ineens een feit: ik ben voortaan politiek dakloos.
3. Zag u het ook? Rozendaal, Aerdenhout, Mook, Margraten hebben met elkaar gemeen dat ze overwegend vóór waren. Ik heb het niet nagegaan, maar er is een duidelijk verband tussen goed verdienen en prima wonen en vóór stemmen bij dit referendum.
4. Een groot nadeel (een van de vele) van een referendum is dat je 'voor' of 'tegen' kunt stemmen, of 'ja' of 'nee' kunt zeggen, en dat is bij veel kwesties te beperkt. Zo zou je bijvoorbeeld geen referendum kunnen houden over de vraag 'wat eten we vanavond', of 'wie doet de afwas'. Neem dat eerste probleem; de vraag kan niet anders luiden dan: 'Eten we spruitjes vanavond?' Wie vervolgens 'nee' zegt mag zelf wat uitzoeken, degene die gaat over het eten onttrekt zich dus gewoon aan zijn verantwoordelijkheid, namelijk te zorgen dat iedereen met een rond buikje naar bed gaat.
5. Ik ben tegen het verschijnsel referendum, om eerder genoemde redenen die ik nu dus niet ga herhalen.
Maar ik wil een uitzondering maken.
Als we nu eens eens per vier jaar een soort referendum houden, waarbij we dan een aantal mensen aanwijzen, ik noem maar wat, honderdvijftig, die dan vier jaar lang alle beslissingen die in het belang van het land genomen moeten worden, voor hun rekening nemen? Dan kunnen 'de mensen in het land' gewoon aan het werk blijven, ze hoeven nergens aan te denken en dat kan alleen maar goed zijn voor de economie.
Pas over vier jaar nemen we vóór het referendum een paar weken die we 'verkiezingscampagne' noemen waarin de leden van wat je 'parlement' of voor mijn part 'Tweede Kamer' zou kunnen noemen zich voorstellen en vertellen wat ze de komende vier jaar van plan zijn.
Desnoods bouwen we nog een zekerheid in die we 'Eerste Kamer' gaan noemen, of 'senaat' (sjieker) en dat zijn dan zogenaamde wijze mannen en vrouwen (als die er nog zijn, na het referendum over het parlement) en die laten we dan bijvoorbeeld benoemen door provinciebesturen of zoiets.
Dat lijkt me een betere oplossing dan voor elk wissewasje een referendum te moeten organiseren. Dat is trouwens te duur, het gaat de mensen vervelen en de uitslag is toch altijd gelijk aan de opiniepeiling.
En zo heb je dus een referendum zonder referendum.
Wat ben ik toch een democraat in hart en nieren.